Nieuws, Kennis en Visie
Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het snijvlak van het sociaal domein en informatievoorziening.
Blijf op de hoogte van de laatste ontwikkelingen op het snijvlak van het sociaal domein en informatievoorziening.
Het (analoge) probleem is inmiddels wel bekend: mensen in de bijstand worden helemaal gek van de toeslagen en terugvorderingen als er ook maar iets in hun inkomen verandert. Een bijstandsmoeder met twee kinderen is vaak afhankelijk van twintig regelingen voor het inkomen, afkomstig van SVB, Belastingdienst, gemeente, waterschap, enzovoort. Collega Ronald van As, directeur Inkomen van Rotterdam, tekende daarbij aan dat dat alleen geldt als het hele gezin gezond is. Anders zijn het meer dan 20 regelingen. Die regelingen zijn de bijstand zelf, bijzondere bijstand, kinderbijslag, toeslagen voor zorg, kinderopvang en huur, alimentatie, kwijtscheldingen van gemeentebelastingen en waterschapsbelastingen en soms ook nog loon uit een deeltijdbaan. Zodra er iets in de inkomenssituatie van de bijstandsmoeder verandert, veranderen alle rechten die iemand heeft en begint het grote terugbetalen, of beter gezegd: beginnen de schuldproblemen pas echt.
En nu komt het gekke. Ik schrijf: ik zou een verhaal houden. Want het ging niet door wegens gebrek aan inschrijvingen. Het was me al eerder opgevallen dat iedereen die zich met regelgeving bezighoudt heel begrijpend knikt als je dit probleem aan de orde stelt. Het wordt veroorzaakt door het langs elkaar heen werken van veel goed bedoelende wetgevers. Maar als je het over een oplossing hebt komt er een diepe zucht. Terwijl dat nergens voor nodig is. Een collega met verstand van wetgeving wees me op de Aanwijzingen voor de regelgeving, een set verplichte richtlijnen waaraan alle Nederlandse regels en wetten moeten voldoen. Daarin staat dat gestreefd wordt naar duidelijkheid en eenvoud van regelingen en dat regelingen zodanig worden ingericht dat ze zo weinig mogelijk conflicten oproepen. Zo moet het aantal beslismomenten waar de regeling mee te maken heeft zo gering mogelijk zijn en moeten de aard en omvang van uitkeringen en voorzieningen zo goed mogelijk omschreven zijn.
In de analoge wereld is dat onmogelijk gebleken: de Rijksregelingen zijn niet goed op elkaar afgestemd en de regelingen van de verschillende overheidslagen (Rijk, gemeente en waterschap) al helemaal niet. Dat is nu juist in de digitale wereld helemaal niet moeilijk. Een tamagotchi begon twintig jaar geleden al te piepen als die een tijdje geen aandacht kreeg. Dat was gewoon ingeprogrammeerd. En in moderne games is het aantal variabelen ontelbaar. Dus zó moeilijk kan het toch niet zijn om ervoor te zorgen dat er standaarden worden vastgesteld voor de definitie van inkomen, voor het instellen van vaste momenten van uitkering en invordering? Vooral omdat dat niet alleen de mensen in de bijstand zèlf ten goede komt, maar ook de instellingen en de overheid. En ook dat moet volgens Aanwijzing 2.10.
Als de overheid zich aan zijn eigen Aanwijzingen houdt, worden de regelingen vanzelf simpeler. En digitaal te beheersen.
(Dit is een blog van Algemeen directeur Larissa Zegveld dat is verschenen op iBestuur online.)